Tien kilo aangekomen? Dan meteen op dieet

 

Zwangere vrouwen waren in goede handen in kraaminrichting Carmenta

 

Vorige week opende Thuiszorg Rotterdam op de zuidoever het tweede kraamzorghotel. Dit verschijnsel waar vrouwen en hun baby's acht dagen lang worden vertroeteld, lijkt betrekkelijk nieuw. Maar al in 1933 richtte Tonnie Magielsen‑Verhoeven aan de Heemraadssingel haar kraaminrichting Carmenta op.

 

Door Joyce de Bruijn

 

Rotterdam – Wat Hanneke Bruijninckx-Magielsen het meeste opvalt is het grote aantal kraamvrouwen dat tegenwoordig hechtingen behoeft na de bevalling. De dochter van Tonnie Magielsen weet nog goed hoe de verloskundigen van Carmenta op het matje werden geroepen wanneer een vrouw tijdens de bevalling inscheurde. "Dan vroeg mijn moeder eerst: hoe zwaar was het kind? Als het kindje een normaal gewicht had, kregen ze op hun duvel. Want inscheuring betekende dat de verloskundige haar werk niet goed had gedaan. Dan had ze de bekkenbodem niet goed ondersteund."

Hanneke omschrijft haar moeder Tonnie als een kordate vrouw, die het welzijn van de kraamvrouwen en hun baby's hoog in het vaandel had. Zeker 100.000 baby's zagen tussen 1933 en 1971 het levenslicht in Carnenta. "Vrouwen mochten bijvoorbeeld niet alleen, liggen tijdens de bevalling. Want vooral als je je eerste kindje de krijg weet je niet goed wat er gebeurt. Baby's die flesvoeding kregen, moesten toch dicht tegen de borst worden gehouden. Mijn moeder vond die lichamelijke band al in haar tijd heel belangrijk. En mannen die tijdens de bevalling flauw vielen, werden onder het bed geschoven, want die lagen maar in de weg."

Tonnie Magielsen was verloskundige en directeur van het Wit/Gele Kruis toen ze besloot zelf een kraamkliniek te beginnen. Huisartsen mochten er bevallingen begeleiden, verloskundigen uit de wijk waren minder welkom.

"Er waren vroeger drie klassen,'' herinnert Hanneke Bruijninckx zich. "De eerste klasse had een kamer apart. Maar de meeste kamers. hadden vier of vijf bedden. De baby's lagen overdag op de zaal, maar 's nachts lagen ze in een soort kast die een timmerman speciaal‑ daar­ voor had ont­worpen en gemaakt.

Ook dat is een groot verschil met vroeger. "Baby's leer­den toen al binnen tien da­gen dat ze 's nachts niks kregen. Als moeder na tien dagen naar huis ging, sliep hun baby's nachts gewoon door. Tegenwoordig moeten vaders en moeders een paar keer per nacht hun bed uit. Ouders krijgen toch helemaal geen rust meer?"

 

Dieet

Streng was de directrice van Carmenta over de gewichtstoename van 'haar' zwangeren. Meer dan tien kilo aankomen mocht niet van haar. Dan gingen die vrouwen meteen op een zoutarm dieet. Want ze moesten het na de bevalling ook allemaal weer kwijt raken. Bovendien was een gewicht van zeven pond genoeg voor een baby," weet Hanneke, die haar moeder geregeld een  handje moest helpen.

Vooral de Tweede Wereldoorlog staat Hanneke nog helder voor de geest. Carmenta deed toen dienst als onderduikadres. "Mijn moeder is altijd bang geweest dat ze zou worden opgepakt en naar Vught getransporteerd. De Duitsers kwamen geregeld bij ons controleren. Om tijd te rekken, kregen ze dan eerst een borrel. Ik zie het nog gebeuren. Er werd in het glas gespuugd en vervolgens werd er ingeschonken. Die borrel diende natuurlijk om tijd te rekken. De onderduikers konden zich dan verstoppen onder de dubbele vloeren!'

Net na de oorlog moesten Hanneke en haar broer en zus tijdelijk het huis aan de Heemraadssingel verlaten. "Ook ons woonhuis was in gebruik als kliniek. Er was gen babyboom aan de gang, dus het was een gekkenhuis. Met een kinderjuf zijn wij toen in een gehuurd huis in Bloemendaal gaan wonen."

 

IJsberen

Hanneke Bruijninckx kan bloemrijk vertellen over het werk van haar moeder. "Bij ons werd 's avonds aan tafel over de bevallingen gesproken. Zo werd er ooit een vrouw in barensnood, achterop een fiets bij Carmenta afgeleverd. Ze werd gebracht door een man die in de hal bleef ijsberen. Tijdens de persweeën riep mijn moeder: man, kom eens helpen, hou ook een been vast. Toen het kindje geboren was, zei ze tegen die man: gefeliciteerd met uw zoon. Waarop die man bedremmeld zegt: ik ben haar buurman.

De meeste vrouwen verbleven vanaf de bevalling tien dagen in Carmennta. Maar er waren ook vrouwen die eerder 'incheckten'. "Het had wel iets van een hotel, met eten en drinken op de kamer. Vrouwen van schippers die op het einde liepen, trokken al de laatste twee weken  van hun zwangerschap in bij Carmenta. Die vonden het toch een beetje griezelig worden. Dan wisten ze in elk geval zeker dat ze in goede handen waren als de weeën begonnen. Ik weet ook nog wel dat we ongehuwde meisjes uit de Achterhoek hadden. Die waren dan zogenaamd op vakantie in Zwitserland. Zij kwamen al zes weken voor de uitgerekende datum. Hun baby's werden natuurlijk ter adoptie aangeboden."

Veel bezoekers van Carmenta zullen zich nog wel de arm van Tonnie Magielsen herinneren. "Ze verloor haar linkerarm bij een auto-ongeval. Ongelooflijk, maar ze kon nog alles met die ene arm. Ze heeft zelfs nog enkele kleinkinderen op de wereld geholpen."

 

Rotterdams Dagblad, 8-2-2003